Het strafproces


Hier vindt u informatie over een aantal onderwerpen en het verloop van het strafproces in relatie tot reclassering. Informatie die soms als vanzelfsprekend wordt verondersteld. Wij realiseren ons dat dit in veel gevallen niet zo is.

 

Heeft u vragen, stuur een mail aan info@mijnreclassering.nl en uw vraag zal worden doorgeleid aan een gespecialiseerd strafrechtadvocaat.

 

Strafbaar feit

 

Een strafzaak begint met een strafbaar feit, opgenomen in het Wetboek van Strafrecht of bijzondere strafwetten. Als uit het door politie en recherche uitgevoerde onderzoek aanwijzingen (bewijzen) voortkomen, die in de richting van een of meer personen wijzen, rijst er een verdenking.

 

Als verdachte in een strafzaak hebt u niet alleen behoefte aan een gespecialiseerd strafrechtadvocaat, maar ook is het van belang dat uw persoonlijke situatie in beeld gebracht wordt. Onze reclasseerders zijn daartoe graag bereid en leveren binnen 14 dagen een voorlichtingsrapport of schorsingsrapport aan. neem hier contact op.

 

Aangifte

 

Omdat de politie niet van alle strafbare feiten kennis neemt, kan de burger (al dan niet als slachtoffer) aangifte doen. Enerzijds is de politie verplicht een aangifte op te nemen. 

 

Anderzijds is -zo wordt wel een gedacht- een aangifte geen voorwaarde voor het instellen van een onderzoek. De politie kan dus ook zonder aangifte een onderzoek starten.

 

Dit is slechts in enkele in de wet genoemde gevallen anders. Dan moet er (naast de aangifte) een zogenaamde klacht zijn, die inhoudt dat er een uitdrukkelijke wens is van het slachtoffer dat tot vervolging wordt overgegaan.

 

Als verdachte in een strafzaak hebt u niet alleen behoefte aan een gespecialiseerd strafrechtadvocaat, maar het is ook van belang dat uw persoonlijke situatie in beeld gebracht wordt. Onze reclasseerders zijn daartoe graag bereid en leveren binnen 14 dagen een voorlichtingsrapport of schorsingsrapport aan. neem hier contact op.

 

Voorlopige hechtenis

 

Iemand die verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit kan worden aangehouden en in bepaalde gevallen in voorlopige hechtenis worden geplaatst.

 

Hij is dan gedetineerd in een penitentiaire inrichting (ook wel huis van bewaring genoemd) in afwachting van de uitspraak van de rechter over zijn zaak. Iemand is dan dus nog verdachte en geen dader, want over de zaak zelf dient nog een definitieve beslissing te worden genomen.

 

De voorlopige hechtenis kent een aantal fases: aanhouding, ophouden voor verhoor, inverzekeringstelling, verlenging van de inverzekeringstelling, bewaring, gevangenhouding, verlenging gevangenhouding.

 

Ook als een verdachte door de rechtbank al is veroordeeld, maar hoger beroep heeft aangetekend spreekt men bij de voortzetting van de vrijheidsbeneming in afwachting van de behandeling van de zaak in hoger beroep, van voorlopige hechtenis.

 

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat een voorarrest (voorlopige hechtenis) van een verdachte in afwachting van een uitspraak in eerste aanleg (‘pretrial detention’) zo kort mogelijk moet duren.

 

Als verdachte in een strafzaak hebt u, zeker als u in voorlopige hechtenis verblijft, niet alleen behoefte aan een gespecialiseerd strafrechtadvocaat, maar het is ook van belang dat uw persoonlijke situatie in beeld gebracht wordt. Onze reclasseerders zijn daartoe graag bereid en leveren binnen 14 dagen een voorlichtingsrapport of schorsingsrapport aan. neem hier contact op.

 

Beperkingen

 

Als het Openbaar Ministerie in een onderzoek een groot belang heeft dat de verdachte geen informatie uit het onderzoek naar buiten kan brengen of -omgekeerd- informatie over de zaak om te frustreren naar buiten brengt, kan de officier van justitie zogeheten beperkingen opleggen.

 

In de regel worden deze voor 14 dagen opgelegd en kunnen telkens worden verlengd.

 

Uw advocaat kan daartegen een klaagschrift instellen bij de raadkamer van de rechtbank die toetst of het handhaven van de beperkingen nog langer noodzakelijk is.

 

Schorsing voorlopige hechtenis

 

Is het mogelijk tijdens de voorlopige hechtenis in vrijheid gesteld te worden?

 

De (voorlopige) hechtenis kan onder omstandigheden voor kortere tijd worden onderbroken of voor bepaalde of onbepaalde tijd worden geschorst.

 

De (advocaat van) de verdachte kan de rechter in elk stadium van de voorlopige hechtenis en zo vaak hij wil verzoeken om de voorlopige hechtenis voor bepaalde of voor onbepaalde tijd te schorsen. Dit is geregeld in artikel 80 en verder van het Wetboek van Strafvordering en voor strafrechtelijk minderjarigen bovendien in artikel 493 Sv. Het spreekt voor zich dat timing en onderbouwing van het verzoek van groot belang zijn om de slagingskans zo groot mogelijk te maken.

 

Als het gaat om een kortstondige onderbreking van één of - vanwege de reistijd - twee dagen vanwege gebeurtenissen in de persoonlijke levenssfeer, zoals het bijwonen van een begrafenis, kan hij de directeur van de penitentiaire inrichting verzoeken om de inrichting tijdelijk te mogen verlaten. In welke gevallen zo’n verlof mag worden gegeven, is vastgelegd in de Penitentiaire beginselenwet en de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.

 

Bij wie wordt het verzoek ingediend?

 

Het verzoek moet worden gericht aan het gerecht/de rechter commissaris die de zaak tegen de verdachte behandelt. Dat gerecht beslist na ook het Openbaar Ministerie over het verzoek gehoord te hebben.

 

Wordt het verzoek geheel of gedeeltelijk toegestaan, dan wordt de voorlopige hechtenis geschorst. Die schorsing kan voor bepaalde tijd zijn, bijvoorbeeld enkele dagen, maar ook voor onbepaalde tijd.

Aan die schorsing worden steeds voorwaarden verbonden waaraan de verdachte tijdens zijn schorsing moet voldoen.

 

Wel of niet schorsen van de voorlopige hechtenis?

 

Ieder verzoek wordt van geval tot geval beoordeeld. De rechter weegt de persoonlijke belangen van de verdachte af tegen strafvorderlijke en maatschappelijke belangen van voortzetting van de voorlopige hechtenis.

 

Strafvorderlijke belangen die zich kunnen verzetten tegen invrijheidstelling zijn onder andere:

gevaar voor vlucht

de ernst van het feit en de daardoor geschokte rechtsorde (12-jaars grond)

vrees dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen (recidive gevaar)

het belang van het onderzoek (collusiegevaar).

andere (maatschappelijke) belangen die zich tegen invrijheidstelling van de verdachte verzetten zijn bijvoorbeeld de belangen van de slachtoffers, familie van het slachtoffer en nabestaanden.

 

De rechter gaat bij het nemen van zijn beslissing onder meer af op de gegevens in het dossier, zoals dat door het Openbaar Ministerie is aangeleverd. Als het Openbaar Ministerie zelf geen bezwaren heeft tegen de schorsing, zal de rechter in de praktijk niet snel tot afwijzing van het verzoek beslissen. Het heeft dus zin het standpunt van de officier van justitie vantevoren te vragen.

 

Onderbouwing van een verzoek tot schorsing?

 

Het is aan de (advocaat van de) verdachte om het schorsingsverzoek goed te onderbouwen en zonodig te voorzien van de nodige onderliggende rapportage en bewijsstukken. Deze deugdelijke reden dient meer te omvatten dan algemene sociaalmaatschappelijke schade, ongemak e.d. die met de detentie samenhangen. De verdachte moet dan ook zijn persoonlijk belang stellen en aannemelijk maken en desgevraagd met stukken onderbouwen.

 

De rechter kan de verdachte vragen om zijn schorsingsverzoek nader te onderbouwen, al dan niet middels een rapportage. Een niet onderbouwd verzoek wordt in de regel afgewezen.

 

Wanneer de rechter meer wil weten over de zaak zelf om tot een goede beslissing te kunnen komen, kan hij om aanvullende informatie verzoeken bij het Openbaar Ministerie.

 

Welke overweging wordt gemaakt voor de duur van de schorsing voor bepaalde tijd?

 

De duur van een schorsing voor bepaalde tijd is afhankelijk van het doel van de schorsing, maar kan uiteenlopen van een dag tot weken of maanden. Het kan voorkomen dat de voorlopige hechtenis ter terechtzitting tot en met de volgende terechtzitting wordt geschorst.

Als het gaat om het ondergaan van een (verslavings)behandeling zal de schorsing al gauw voor onbepaalde tijd worden verleend.

 

Welke voorwaarden gelden als de voorlopige hechtenis wordt geschorst?

 

De rechter kan aan de beslissing om iemand uit de voorlopige hechtenis te schorsen naast de algemene voorwaarden, kortgezegd geen strafbare feiten plegen, beschikbaar blijven voor het onderzoek en gehoor geven aan oproepingen en dagvaardingen, ook bijzondere voorwaarden verbinden.

 

Elektronisch huisarrest, inleveren van reis-/verblijfsdocumenten, een contactverbod, een (dagelijkse) meldplicht bij de politie en begeleiding door de reclassering zijn voorbeelden van dergelijke bijzondere voorwaarden.

 

Hoger beroep tegen de beslissing van de rechter op een schorsingsverzoek?

 

Tegen een toegewezen verzoek tot schorsing door de raadkamer van de rechtbank kan het Openbaar Ministerie daartegen in beroep. Dit kan echter niet als de beslissing door de rechtbank ter terechtzitting is gegeven (artikel 406 Sv). Dit kan soms een reden zijn om te wachten met het doen van een schorsingsverzoek. Als de beslissing door het gerechtshof is gegeven, staat geen hoger beroep open.

 

Tegen een afgewezen verzoek tot schorsing (of opheffingsverzoek) kan de verdachte slechts 1 keer in hoger beroep komen.

 

Ook dit kan soms reden zijn om het verzoek eerst zo goed mogelijk onderbouwd te hebben alvorens het verzoek wordt gedaan. In de praktijk wordt het wel eens oogluikend toegestaan om in hoger beroep tegen een afgewezen opheffinsverzoek, toch ook een ter zitting bij de raadkamer van het Gerechtshof gedaan schorsingsverzoek behandeld te zien.

 

Ook wordt wel “ex nunc” geoordeeld door het Gerechtshof, zodat eventuele nieuwe omstandigheden of nadere onderbouwing na de afwijzing in eerste aanleg in hoger beroep toch in de beoordeling worden betrokken.

 

Beëindiging schorsing

 

Het Openbaar Ministerie kan de rechter verzoeken de verleende schorsing van de voorlopige hechtenis te beëindigen. Het Openbaar Ministerie zal een dergelijk verzoek bij de rechter indienen wanneer bijvoorbeeld is gebleken dat de verdachte.

 

Wijziging schorsingsvoorwaarden

 

Op initiatief van de advocaat van de verdachte of het Openbaar Ministerie kunnen de schorsingsvoorwaarden worden gewijzigd of de schorsing worden opgeheven onder gelijktijdige opheffing van de voorlopige hechtenis.

 

Tot slot

 

Als verdachte in een strafzaak hebt u, zeker als het gaat om het aanvragen van een schorsing, niet alleen behoefte aan een gespecialiseerd strafrechtadvocaat, maar ook is het van belang dat uw persoonlijke situatie in beeld gebracht wordt. Onze reclasseerders zijn daartoe graag bereid en leveren binnen 14 dagen een voorlichtingsrapport of schorsingsrapport aan. neem hier contact op.

 

 

Reclassering

 

Reclasseringsorganisaties spelen een belangrijke rol in diverse stadia van het strafproces.


Niet alleen nadat de zaak is geëindigd bij het begeleiden en resocialiseren terug de maatschappij in (zoals van oudsher het geval was), doch ook steeds meer als voorlichting van de rechtbank. 

 

Het doen van onderzoek, het in kaart brengen van de persoon van de verdachte, zijn sociaal maatschappelijke omgeving, mogelijkheden en onmogelijkheden in de toekomst, geven de rechter een beeld op basis waarvan de uiteindelijke beslissingen in het strafproces worden genomen.

 

Als verdachte in een strafzaak hebt u dus niet alleen behoefte aan een gespecialiseerd strafrechtadvocaat, maar ook is het van belang dat uw persoonlijke situatie in beeld gebracht wordt. Onze reclasseerders zijn daartoe graag bereid en leveren binnen 14 dagen een voorlichtingsrapport of schorsingsrapport aan. neem hier contact op.

 

Dagvaarding

 

De strafzaak wordt ingeleid met een dagvaarding. Daarmee wordt -ook de gedetineerde- verdachte in een strafzaak opgeroepen voor de zitting. Daarnaast vermeldt de dagvaarding de tenlastelegging (de verdenking). 

 

Verder staat er op de dagvaarding vaak of er een benadeelde partij is die zich in het strafproces heeft gevoegd en schadevergoeding vordert en is de dagvaarding ondertekend door de officier van justitie.

 

Als verdachte in een strafzaak hebt u niet alleen behoefte aan een gespecialiseerd strafrechtadvocaat, maar ook is het van belang dat uw persoonlijke situatie in beeld gebracht wordt. Onze reclasseerders zijn daartoe graag bereid en leveren binnen 14 dagen een voorlichtingsrapport of schorsingsrapport aan. neem hier contact op.

 

Strafrechtszitting

 

In voorlopige hechtenis of niet, op enig moment vindt de behandeling van de zaak op zitting plaats door de Politierechter (alleenzittende rechter, die ondanks het woord niets met de politie te maken heeft) of de zogeheten meervoudige kamer (3 rechters). 

 

Het verloop van de zitting kan kort als volgt worden geschetst:

 

- Er wordt vastgesteld wie aanwezig zijn;
- de verdachte wordt gezegd dat hij goed moet opletten en niet verplicht is te antwoorden op vragen;
- De officier van justitie, de aanklager, draagt voor waar de verdachte van verdacht wordt (de tenlastelegging);
- de rechters behandelen de feiten, bespreken het dossier en stellen vragen;
- eventueel worden er getuigen opgeroepen;
- de officier van justitie en advocaat mogen ook vragen stellen;
- de rechters bespreken de persoonlijke omstandigheden rondom de verdachte, het reclasseringsrapport, overige persoonsrapportages etcetera
- officier van justitie en advocaat mogen hierover vragen stellen;
- de benadeelde partij vordering wordt besproken en in de gelegenheid gesteld de vordering toe te lichten, of gebruik te maken van het spreekrecht. De schriftelijke slachtofferverklaring wordt voorgelezen;
- de officier van justitie houdt zijn requisitoir en formuleert een strafeis;
- de advocaat pleit;
- over en weer reageren officier van justitie en advocaat op elkaars standpunten;
- de verdachte krijgt het laatste woord;
- de Politierechter doet (in de regel) meteen uitspraak, de meervoudige rechtbank sluit het onderzoek ter zitting en spreekt 14 dagen later het vonnis uit.

Hoger beroep

 

Tegen het vonnis van de rechtbank kan de verdachte, maar ook de officier van justitie, binnen 14 dagen in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof. Overigens kan de verdachte dit ook zelf doen ofwel bij de balie/griffie op de rechtbank waar de veroordeling is uitgesproken of vanuit het huis van bewaring via de directeur.

 

In sommige gevallen geldt er een beperking. In dat geval moet er eerst toestemming van het Gerechtshof zijn, voordat het hoger beroep doorgaat.

Het hoger beroep kan worden beperkt of later gedeeltelijk worden ingetrokken. Het is zaak dat uw advocaat met u bespreekt of en zo ja, tegen welke gedeeltes van het vonnis hoger beroep wordt ingesteld.

 

Vervolgens kan de advocaat of officier van justitie een appelschriftuur indienen. Dit is een schriftelijk stuk waarin wordt aangegeven waarom de verdachten het niet eens is met het vonnis. Sinds enige jaren kan een beperktere behandeling plaatsvinden in hoger beroep indien duidelijk is dat het hoger beroep zich bijvoorbeeld alleen tegen de hoogte van de straf of een bepaald punt in de veroordeling richt.

 

Voor het overige is de behandeling in hoger beroep vergelijkbaar met die bij de rechtbank.

 

Cassatie

Indien de verdachte of het Openbaar Ministerie het niet eens is met de beslissing van het Gerechtshof, kan binnen 14 dagen beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. De Hoge Raad toetst -kort gezegd- echter alleen maar of er procedurefouten zijn gemaakt of dat het recht niet goed is toegepast. Is dat het geval dan kan de Hoge Raad ofwel zelf in de zaak voorzien of de zaak naar (een ander) Gerechtshof terugverwijzen